Protocol ongewenst gedrag AV-LGD:

16-09-2019

AV-LGD wil een vereniging zijn waar iedereen met plezier en op een veilige manier zijn of haar sport
kan beleven en beoefenen op een geheel eigen manier.
Een sportvereniging staat echter ook midden in de samenleving. Daar waar in deze samenleving
allerlei vormen van ongewenst gedrag voorkomen zou dit ook in onze vereniging kunnen
voorkomen. Ongewenste gedragingen kunnen het gevoel van plezier en onveiligheid in belangrijke
mate aantasten. Dit kan voor veel vervelende emoties zorgen.

Definitie van Ongewenst Gedrag
Onder ongewenst gedrag vallen diverse vormen van intimidatie en bedreiging:

1. Pesten. Pesten kan op velerlei wijze plaatsvinden en heeft doorgaans een grote en destructieve
invloed op degene die gepest wordt: We noemen o.a. Pesten met lichaamsbouw, pesten met
prestaties, pesten met eigenschappen, bepaalde kinderen isoleren, roddelen, belemmeren in de
sportuitoefening et cetera.

2. Verbale agressie. Denk hierbij aan schelden, intimiderende opmerkingen, dreigende taal et cetera.

3. Agressie en geweld. Allerlei direct fysieke vormen van agressie en geweld als schoppen, slaan,
spugen, bijten, vastgrijpen e.d. Ook intimideren en/of agressief negeren.

4. Seksuele intimidatie. Seksuele intimidatie kan ook op velerlei wijze bestaan: Het maken van
seksuele toespelingen, ongewenste aanrakingen, het betreden van de kleedkamer van de andere
sekse, poging tot aanranding dan wel verkrachting.

5. Discriminatie. Denk aan discriminatie vanwege huidskleur en afkomst, maar ook aan andere
vormen als prestatie, karakter, opleiding, godsdienst, handicap, geaardheid.

Dit ongewenste gedrag kan de sportsfeer erg verzieken en zich eigenlijk op alle niveaus afspelen:
– Tussen leden onderling.
– Van train(st)er naar atleet/atlete.
– Van atleet/atlete naar train(st)er.
– Van ouders naar alle andere partijen.
– Van alle andere partijen naar ouders.

Ongewenst gedrag als bovenomschreven is altijd een vorm van intimidatie waarbij de ene partij zich
op een destructieve en schadelijke wijze gedraagt ten opzichte van de andere partij. In het bijzonder
daar waar het de omgang van ouderen naar jongeren betreft is er ook sprake van macht en
machtsmisbruik.
Het ongewenst gedrag kan plaatsvinden binnen de grenzen van de club ( terrein, wedstrijden), maar
ook via allerlei communicatiemiddelen als telefoon, internet e.d. Beide situaties kunnen tot een
melding leiden.
Het ongewenst gedrag kan gemeld worden bij de vertrouwenspersonen: Marike van Horen: 06-
21248418 of Arno Beugels: 06-19904420.

Maatregelen tegen Ongewenst Gedrag
1. Ieder lid van AV-LGD heeft het recht om ongewenst gedrag te signaleren en te melden. Dit recht
geldt ook voor de naast betrokkenen als familieleden, vriend(inn)en et cetera.

2. Een melding kan plaatsvinden bij een van de train(st)ers of bij een van de bestuursleden.

3. De eigen train(st)ers van betrokken atleten zijn doorgaans de eersten die dit gedrag signaleren. In
geval er een melding binnenkomt bij een van de andere train(st)ers cq bestuursleden zullen deze
train(st)ers als eerste op de hoogte worden gesteld. Aangezien onze vereniging ook werkt met jonge
train(st)ers en het niet wenselijk is om al te jonge train(st)ers met ingewikkelde problematiek op te
zadelen, zal in deze situaties een senior train(st)er worden toegevoegd. Een en ander wordt dan
geregeld in overleg met de coördinator jeugd en de coördinator technische atletiek.

4. Zij gaan met betrokken atleten in gesprek om een eerste indruk te krijgen van wat gebeurd is of
van wat er gaande is.

5. Waar dit haalbaar lijkt wordt het probleem ook binnen genoemde betrokkenen (train(st)ers plus
atleten opgelost.

6. Indien er sprake is van een slachtoffer (= iemand die zich slachtoffer voelt van ongewenst gedrag
van een ander) kan deze verwezen worden naar de vertrouwenspersoon.

7. De vertrouwenspersoon neemt in deze gezien zijn functie een afwachtende houding aan. Hij of zij
is in eerste instantie beschikbaar voor het slachtoffer van ongewenst gedrag ( of diens
vertegenwoordigers) indien deze dat ook wenst. De vertrouwenspersoon kan wel door anderen (
bestuur, train(st)ers) gevraagd worden om eens te polsen bij het slachtoffer. De
vertrouwenspersoon werkt echter strikt binnen een vertrouwensrelatie met betrokkenen en het
protocol van aanspreken en sanctioneren valt binnen de openbaarheid.

8. Indien het ongewenste gedrag omschreven kan worden als: Heftig, schadelijk, gewelddadig,
duidelijk grensoverschrijdend et cetera, dient er altijd een doormelding plaats te vinden naar een
van de bestuursleden. Hier blijft een moment van persoonlijke inschatting van de betrokken
train(st)ers.
Regel: Meldt liever wel dan niet! Dit geldt uiteraard ook voor die gevallen waar de eigen train(st)ers
er met betrokkenen niet uitkomen en de gesprekken leiden tot een patstelling.

9. In deze laatste gevallen zal ook nagedacht moeten worden over eventuele sanctionering. Tot de
sancties behoren: Meer pedagogisch/sportieve maatregelen bij de lichtere vormen van ongewenst
gedrag; schorsing dan wel verwijderen uit de club bij de zwaardere vormen van ongewenst gedrag
dan wel bij herhaling. Eerstgenoemde sancties kunnen door de eigen train(st)ers worden
uitgevaardigd. Er wordt dan melding van gedaan bij een van de leden van het dagelijks bestuur. De
zwaardere sancties als schorsing e.d. worden direct door het dagelijks bestuur uitgevaardigd.

10. Het bestuur wordt altijd van een eventueel te nemen maatregel ingelicht voorafgaande aan de
tenuitvoerlegging.

11. Bij jeugdige atleten (15 jaar en jonger) kunnen de ouders cq verantwoordelijken van betrokken
atleten worden ingelicht over de ontstane situatie en de eventuele sancties.

12. Leden van het bestuur kunnen ook op eigen initiatief contact opnemen met een train(st)er als
hen zaken ter ore komen die lijken op ongewenst gedrag.